Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Of ik enigszins [65]mijn vlees tot [66]jaloersheid verwekken, en [67]enigen [68]uit hen [69]behouden mocht. 65. Dat is, mijne bloedverwanten, de Joden. Zie Gen.29:14; Jes.58:7; hfdst.9 vs.3. 66. Zie de aantekeningen vs.11. 67. Namelijk weinigen; alzo hij wist dat de tijd nog niet was gekomen, dat zij met grote menigte zouden bekeerd worden. 68. Namelijk de Joden, die mijn vlees zijn. 69. Namelijk hen brengende door mijn dienst tot het geloof in Christus, door wien de zaligheid alleen verkregen wordt. Zie 1 Kor.3:5, en 1 Tim.4:16.